Bij wijn weet iedereen het. Witte wijn serveer je gekoeld, rode wijn op kamertemperatuur. Dit heeft te maken met complexiteit van smaken, die bij verschillende temperaturen, anders overkomen. Bij bier is dit precies hetzelfde. Een lauw pilsje? BAH! Een koude quadrupel? Zonde, je mist de gelaagdheid en complexiteit in het bier.
Vuistregel
Graag delen we een vuistregel met je. Als je het alcoholpercentage van een bier aanhoudt als de juiste drinktemperatuur, dan zit je voor de meeste bier(typen) wel goed. Bieren met een hoger alcoholpercentage zijn vaak complexer en mogen daarom dus wat warmer geserveerd worden.
Serveertemperatuur versus drinktemperatuur
Als horecazaak heb je misschien niet de ruimte om vier koelingen in te richten op diverse temperaturen. Een tapinstallatie staat sowieso op één temperatuur ingesteld. Dat betekent dat je de meeste bieren niet altijd op de juiste drinktemperatuur serveert. En dat hoeft helemaal niet erg te zijn. Je serveert het bier te koud, en zal dus vanzelf opwarmen. Waar gasten echt blij van worden? Dat je laat zien wat je aan het doen bent. Waarom meld je bij die quadrupel van 10% niet “Deze complexe topper komt eigenlijk wat te koud uit onze tap. Als je hem even een beetje laat opwarmen, dan komt die geweldige complexiteit echt tot z’n recht. Je zult merken dat je met iedere slok weer nieuwe smaken ontdekt!”
Het antwoord:
Met alles wat we bovenstaand hebben geleerd, kan er maar één antwoord goed zijn: c. radler – weizen – saison – porter.
Meer weten?
Wil je weten waarom je een tripel op verschillende temperaturen kunt serveren en meer tips om jouw gastbeleving helemaal compleet te maken?
Volg de training Tappen & Schenken bij jou in de buurt!
